?>

De 23 dagen die ik leefde op Nasi Goreng

by dinsdag, juli 17, 2018

Bedankt Indonesië, voor het creëren van jullie cuisine. Bedankt voor het meest geweldige, smaakvolle, pittige eten ter wereld. Wát een opluchting om naar Indonesië te vliegen als het aankomt op voedsel. Dus het eerste wat ik deed in Bali: mezelf trakteren op fatsoenlijk voedsel, na een elk-halfuur-kotsen-avontuur in de Filipijnen. Thank the Lord voor kip saté, sambal, kroepoek, nasi goreng, nasi campur, mie goreng, gado-gado, beef rendang en nog veel meer! Zo, nu dat geschreven te hebben, kan ik vertellen wat er nog meer zo onvergetelijk was aan Indonesië.

In het surfersplaatsje Canggu bleef ik lekker lang hangen door de superchille vibe. In Ubud liet ik me onderdompelen in rijstvelden, koffieplantages en aapjes (letterlijk). Ook beklom ik samen met twee andere meiden de Mount Batur vulkaan. Het kon natuurlijk niet eens een keer op een normaal tijdstip, dus de tour werd gedaan vóór zonsopkomst. Om 2 uur ’s morgens stond de pick-up voor de deur en voor 5’en moesten we maken dat we op de top waren. Dat was nou niet bepaald mijn stijl… De zonsopkomst op 1500 meter hoogte was mooi, maar om nou in een file van mensen, in de kou, zonder iets te kunnen zien, een berg te beklimmen… “Best mooi, maar nooit meer”, zei ik toen ik op de top was. En volgens mij was ik de enige die die mening durfde te geven.


De Gili-eilanden
De piepkleine Gili-eilanden waren een paar jaar terug nog een stille exotische bestemming, maar nu mag je ze eigenlijk niet meer overslaan als je in Indonesië bent. Gili Trawangan is berucht vanwege het feesten, maar Roosje was uitgerekend daar tijdens de Ramadan. Om 12 uur sloten de barren uit respect voor de moslims. Ik hield het dus bij zonsondergangen, fietsen, paardrijden, boottripjes en snorkelen in het mega mega mega blauwe water (je kan nooit genoeg schildpadden zien in je leven).

Hierna vertrok ik naar Gili Air, dat nóg een slag kleiner is dan Gili Trawangan. In een uur kun je met de fiets het eiland rond. Sterker nog: voertuigen met motoren zijn verboden. Wat de locals gebruiken? Paard en wagen!

Ik verbleef in een geweldig hostel waar ik geweldige mensen tegen kwam. Op een dag zat ik in een Indonesische warung (klein, lokaal restaurant en beste plaats voor eten) toen een meid met een boek aan een andere tafel opeens zei: ‘wisten jullie dat als een walvis doodgaat, hij voedsel verschaft voor het andere zeeleven gedurende zeven jaar?’

En opeens ben je een fascinerend funfact en een vriendschap rijker.

Ik zou de Gili’s na een paar dagen verlaten, maar het lot besliste dat ik in een ruzie belandde met de mensen van de tickets en ik mijn boot ‘miste’. Ondanks dat ik pissig was, was ik stiekem blij dat ik nog een dag  ‘moest’ blijven. Uiteindelijk werden dit er meerdere en vertrok ik, totaal niet volgens plan, met Reema uit Australië (zij van het walvisfeitje) en Katie uit Engeland richting Lombok. We hadden de grootste lol met zijn 3en en ze pushten net zo lang tot ik met hun mee ging. Dus zo geschiedde.

Tot zo ver het nationaal park
En Lombok bleek geweldig! Een stuk minder druk en toeristisch dan Bali en veel meer ‘echt’ Indonesië. Na de dagenlange rust van de Gili-eilanden besloten we eens flink te gaan feesten met zowel backpackers als Indo’s en bezochten we een aantal parelwitte stranden. Onze nationaal park trip liep daarentegen uit op een fiasco, omdat we het presteerden elkaar kwijt te raken op de scooter. We hadden onze wekker vroeg gezet, ons mentaal voorbereid op een rit van 3 uur, onze daypack voorzien van consumpties, de tank volgegooid en de route ingevoerd op GPS. Halverwege nam ik echter, met Reema achterop, de 2e afslag op een rotonde en Katie… de 3e. En omdat dat nog niet ongemakkelijk genoeg was, hadden we voor vertrek van tas gewisseld. Dus ik en Reema stonden langs de weg met Katies telefoon, portemonnee, alles… En zij met de mijne.

We zochten. En vonden elkaar niet meer terug. En konden elkaar niet bereiken. Dus op de gok zijn we omgedraaid en terug gereden naar het hostel. Katie, die ook geen mobiel met GPS bij zich had, stond wonder boven wonder ons daar lachend op te wachten. We brachten de rest van de dag maar door met massages en zwemmen.


Meer ticketdrama

Na onze avonturen gingen we gezamenlijk weer terug naar Bali, omdat we ieder onze vlucht vanuit daar hadden. Op de vertrekdag ging ik zelf met minivan richting de haven, omdat Reema en Katie een ander ticket met andere pick-up hadden. We zouden elkaar dus meeten bij de boot.

Ik kwam wederom in een ruzie terecht over mijn bootticket, met de ticketcontroleur die me beschuldigde van oplichting (onterecht uiteraard). Hij wilde meer geld zien, en ik weigerde omdat mijn ticket echt was. Toen hij begon te dreigen met politie, weigerde ik nog steeds. (Denk je echt dat de interesse van de politie gewekt wordt door een blond backpackermeissie als je ze kan afkopen bij gestoord rijgedrag of drugsgebruik?) Desondanks stond ik wel te trillen op m’n benen en zette ik het op een lopen toen hij mijn ticket door midden scheurde. Hysterisch en met lege handen ben ik naar de haven gerend en heb ik me niet meer verroerd totdat mijn reismaatjes aankwamen. Eenmaal verenigd, uitgehuild en met een nieuw ticket was alles weer oké; we konden samen verder. Toen de desbetreffende Indo weer opdook en naar me riep, had ik hem het liefst aangevlogen, maar helaas heb ik hem heel gelaten. 😉 We gingen aan boord van de boot en lieten ons naar Kuta verschepen; dé partyplace van Bali. We vierden Reema’s laatste reisdag. Ze zou de volgende dag terug naar huis gaan, dus we sloten af met een BANG.

Liefde voor dit land
Na het afscheid, wat pre-Australië shopping en het laten zetten van een tattoo gingen Katie en ik naar onze laatste bestemming: Uluwatu. Daar bezocht ik mijn laatste tempel van Azië en gingen we naar een dansshow-musical-achtig optreden waarin mannen a-capella zongen en een verhaal vertelden. En hoe ik voor de rest mijn laatste Azië dagen doorbracht? Kaarten, kaarten, kaartspelletjes en nog meer kaartspelletjes. Het ultieme backpackervermaak! Oh, en voor het laatst genieten van het lokale eten, uiteraard.

Indonesia, I’ll be back! Bedankt Katie, Reema en Nasi Goreng <3