?>

Zij zaten vast voor ontvoering of moord. Ik kwam op de koffie.

by dinsdag, juli 10, 2018

De Filipijnen klonken voor mij altijd als zo’n verre, exotische bestemming ‘ergens’ in de Pacific Ocean, waar haaien om je heen zwemmen en de kokosnoten op je hoofd vallen terwijl je in je hangmat schommelt. Waar alleen rijke, avontuurlijke mensen heen kunnen en terug komen met foto’s van het paradijs: kristalhelder water, wit zand en palmbomen. Een verheerlijkt, onmogelijk plaatje ergens in mijn hoofd.

Hoe meer backpackers ik sprak, hoe meer ik merkte dat het helemaal niet zo ongebruikelijk was om te gaan backpacken in de Filipijnen. Als iemand vertelde dat ze in de Filipijnen waren geweest, was mijn vraag onmiddellijk: hoe was dát?

Inmiddels ben ik diegene die die vraag krijgt. Het is tenslotte nog steeds een minder gebruikelijke bestemming dan Thailand, Vietnam of Cambodja. Bovendien denken veel mensen dat het gevaarlijk is. Er is tenslotte een ‘dry season’ en een ‘typhoon season’, klinkt dat niet exotisch? Daarnaast zijn er criminele bendes actief, en wordt er veel getwijfeld of je wel als vrouw (alleen) veilig bent. En laten we de nieuwe president niet vergeten, die een zero tolerance beleid voert tegenover drugs. Naast dat je de doodstraf krijgt voor het bezitten of gebruiken van drugs, mogen burgers je ongestraft neerknallen als ze zien dat iemand drugs heeft/gebruikt. Lachen man, de Filipijnen.

En toch waren alle antwoorden die ik op mijn ‘’Hoe waren de Filipijnen?’’-vraag kreeg 200% positief.

‘’Awesome’’
‘’Amazing’’
‘’Paradise’’

De Filipijnen waren geen deel van mijn originele plan, maar omdat ik nog weer eens iets niet kon loslaten, boekte ik een ticket. Ik zou mijn verjaardag vieren in de Filipijnen. De hoofdstad Manilla is niet een bestemming waar backpackers blijven plakken; hoge gebouwen, veel verkeer, veel inwoners en verbazingwekkend westers: goede wegen, structuur, schoon en moderniteit. Burger King, Starbucks en winkelcentra. Uber in plaats van Tuktuk. Het was bijna alsof ik niet in Azië was.

‘Bedakke’ in de breedste zin van het woord
In Manilla merkte ik dat de Filipijnen een stuk moeilijker te bereizen waren dan de vorige landen waar ik was geweest. In de Filipijnen moest ik online zoeken naar het openbaar vervoer, kijken waar de terminal was, een manier vinden hoe ik bij die terminal zou komen en ook nog eens mijn ticket van te voren bij dat busbedrijf kopen. Om maar te zwijgen van het feit dat het land bestaat uit meer dan 7000 eilanden, dus dat je ook te maken hebt met boten en vliegtuigen.

Daarnaast slaagde ik erin mijn paspoort te verliezen. Ik knokte mezelf midden in de nacht langs de security (geloof me, het is geen makkie om een vliegveld in de omgekeerde richting, via de aankomsthal, binnen te komen) en vond hem terug, keek naar een lilliputterbokswedstrijd en olieworstelaars (raarste avond uit mijn leven), moest heen en weer naar het busstation voor een ticket, sliep (niet) in een nachtbus waarin ik doodvroor, maar eindigde al met al in de bergen, noordelijk van de veel te drukke hoofdstad. In Sagada was in ieder geval geen kip te zien. Pure stilte en ruige natuur. Misselijk van de haarspeldbochten liep ik de verkeerde kant uit, maar uiteindelijk vond ik dan een hotel. Ik waagde mijn leven door 3 uur lang een grot te beklimmen en vervolgens een scooter te rijden in de stromende regen, na een hike. Met iemand achterop.

20180506_130541

Na een paar nachtjes in het hoge noorden wilde ik wel eens wat zien van die beroemde blauwe wateren en witte zandkorrels. Dus ik stippelde mijn route tot in de puntjes uit en vertrok 24 uur van te voren om mijn vlucht te halen. In de volle bus was ik omringd door Filipino’s, zat ik op een uitklapstoel in het gangpad en vervolgens bleek mijn bus naar het verkeerde vliegveld te rijden. Ik had het voor elkaar… de bus naar het verkeerde vliegveld.

En dát was dus waarom ik 24 uur van te voren vertrokken was… Tijd genoeg dus om rechtsomkeert te maken naar het vliegveld vanaf waar mijn daadwerkelijke vliegtuig vertrok.

Het land van de vriendelijkste mensen en het slechtste eten
Vlucht gehaald en op naar het eiland Palawan, waar ik in deze geweldige groep met backpackers belandde waar ik een aantal dagen mee doorreisde. Samen genoten we van scooterritjes, witte en minder witte stranden, snorkels, schildpadden, zeesterren, zonsondergangen. En doorstonden we dagen zonder elektriciteit, zonder warm water, zonder internet en mét voedselvergiftiging. Toen onze groep opsplitste bleef ik achter in Puerto Princesa met de Zwitserse Sandra. Op een dag zaten we net te chillen op veruit het lelijkste strand van de Filipijnen, toen we uitgenodigd werden door twee Filipino’s om bij hun familie te komen zitten. Eten, drinken, een rollend karaoke apparaat en een lift naar huis. Wat wil je als backpacker nog meer?

 

‘’No, not with a knife, with a dagger’’
De dag erna ondervonden we de een heel andere kant van de lokale bevolking door naar een ‘open’ gevangenis te gaan. Deze Iwahig Prison is eigenlijk gewoon een dorp op een terrein waar Parijs twee keer in past. De inwoners zijn criminelen die daar het laatste deel van hun straf uitzitten. Zij werken en ontvangen toeristen hier, en lopen niet weg omdat het leven goed is en ze niet het risico willen lopen op een nieuwe straf. We konden gewoon binnenwandelen en spraken met jongens die vastzaten voor diefstal, drugs dealen, het ontvoeren van een moeder en een kind en moord.

Ik was geïnspireerd toen ik erover las, maar eenmaal daar was het toch wel spannend. Ging ik nou echt een bakkie drinken met iemand met levenslange gevangenisstraf? Ja, dus. In ruil voor wat pakjes sigaretten kregen we volop verhalen te horen van de gevangenen. We dronken wat, ze dansten voor ons, speelden gitaar of een kaartspelletje. Het was ongelofelijk indrukwekkend om de verhalen te horen van drugsdealers, kidnappers, moordenaars… Het was nog veel indrukwekkender om te zien hoe positief ze in het leven staan. En het meest heftige van alles was dat het allemaal goede jongens waren. Mannen met een verhaal. De meesten werd onrecht aangedaan en kozen er simpelweg voor om het niet te pikken…

Ik vroeg aan een van de jongens waarom hij vast was komen te zitten. Misschien was er een lichte taalbarrière, maar subtiel was hij in ieder geval niet. ‘’Kill!’’
‘’You killed someone?’’
‘’Yes. A cop.’’
‘’How?’’
‘’With a knife.’’
Ik moest even slikken en dat laten inzinken. ‘’Just like that?’’
‘’No no no, not with a knife. With a dagger.’’
‘’Oh. But why?’’

Omdat het een slechte politieagent was. Omdat het een corrupt zooitje was in de Filipijnen. Omdat iemand hun familie had vermoord. Omdat ze zonder reden in coma werden geslagen. Omdat ze er ingeluisd werden. Zij kozen voor wraak en zaten nu vast. Voor de meesten zat hun straf er echter bijna op, onder andere voor de jongen van 23 die zeven jaar moest zitten voor het stelen van twee laptops (ZEVEN jaar voor twee laptops!). Uitgezonderd was de drugsdealer; hij zou nooit meer buiten de muren van de gevangenis komen.


Bijen vangen met honing
Sandra en ik waren emotioneel uitgeput na deze dag. Het was zeker niet teleurstellend geweest, het was een unieke ervaring. Indrukwekkend. Emotioneel. Inspirerend. Zelfs gezellig! En tegenstrijdig. Wij konden zonder problemen weer naar buiten wandelen en ons leven leiden. Het voelde raar om hun daar achter te laten.

Omdat er nog niet genoeg prikkels binnen waren gekomen, was het ook tijd om afscheid te nemen van Sandra en bleek mijn hostel volgeboekt te zijn. Sorry, volgeboekt? Het regende en ik had een boeking. ‘’Sorry ma’am, we kunnen niks voor je doen. We zitten volgeboekt.’’

Daar moest ik het mee doen? Er kwam zo’n grote golf met woede over me heen dat ik bijna in de lach schoot. ‘’Sorry, maar ik heb gereserveerd, en jullie hebben blijkbaar mijn kamer verkocht, dus het is jullie fout. Dus beter vind je een oplossing.’’ Ik dwong mezelf rustig te blijven.

‘’Sorry, ma’am, we kunnen niets voor je doen’’
‘’Ok, dus, waar ga ik heen?’’
‘’Sorry, ma’am, I don’t know.’’

Je weet het niet? Dat is even lekker makkelijk. Gelukkig wist ik zelf wel een oplossing, dus ik besloot haar een uitweg te bieden van mijn irritante klant-attitude. ‘’Ja weet je, ik weet zelf wel een hotel waar ze plek hebben, maar dan moet je me even 500 peso’s vergoeden, want het is jullie fout.’’

‘’Sorry ma’am, we geven geen geld.’’
‘’Ok, fair enough. Dan zou ik maar starten met het zoeken van een oplossing. Ik ga nergens heen, dus zoek maar een slaapplek voor me. Oh, en ik betaal geen cent meer.’’

Ik glimlachte naar haar. ‘Je vangt meer bijen met honing dan met azijn’, zei moeders wel eens. Ze begon met bellen. Ik besloot er nog iets meer druk achter te zetten. Met mijn eigen klantenservice-ervaring weet ik hoe irritant het is als mensen gaan vragen naar je leidinggevende als je er niet uit komt met een klant… dus ik besloot die kaart te spelen.

‘’Oh, and I might want to talk to your supervisor.’’
‘’Sorry?’’
Je baas, domme doos. ‘’A supervisor. Your boss? The owner?’’

Ze keek me aan en ik wist dat ik zou winnen. Toen ze de telefoon ophing vertelde ze me echter dat álles volzat.
‘’Oh, dus je zegt me dat ik op straat kan slapen?’’
Ze schoot in de lach. ‘’Noooo, ma’am.’’
‘’Ok, nou, ga door met bellen dan. Vind iets!’’

Ze pakte de telefoon weer en ik ging rustig op een stoel zitten, wensend dat ze zou stoppen met mij ma’am noemen. Tien minuten later stopte er een tuktuk voor de deur van het hostel. De receptioniste greep mijn backpack. ‘’Come!’’

Nou kijk eens aan; ik werd naar een ander hostel gebracht, die nog beter bleek te zijn dan degene waar ik in de eerste instantie had gereserveerd. En ik zat ook nog eens dichter bij het vliegveld waar ik de volgende ochtend moest zijn. Zonder extra kosten. Dat noem ik nog eens bijen vangen met honing.


Het spookdiertje, de Chocolate Hills en mijn stand-up paddle board
Ik hopte vanaf Palawan naar Cebu en van Cebu naar Bohol. Bohol was mijn favoriete eiland van de Filipijnen. De wegen zijn perfect voor de scooter, het binnenland is één grote groene palmboom en ik vond het meest paradijselijke strand op aarde. Daarnaast was er een unieke diersoort te zien: het spookdiertje. Dit beestje zit tussen een ringstaartmaki en een minuscuul aapje in en heeft ogen zo groot als pingpongballen. Ik liet me door mijn nieuwe buddy Claudia overhalen om voor het eerst te gaan stand-up paddelen en had daar verrassend veel plezier in. En dan waren er nog de beroemde Chocolate Hills. Perfecte heuvels die door de mens gemaakt lijken, maar toch door Moeder Natuur zo zijn gevormd. En die bruin kleuren bij zonlicht. Omdat we zo van vroege wekkers houden, besloten Claudia en ik die te gaan bezoeken bij zonsopkomst, want dan waren ze het mooist. Dat betekende om 3 uur een bak koffie en om 4 uur de weg op met onze scooter. Het was niet bepaald de rit van m’n leven, het was koud en nat (we moesten tuurlijk wel op slippers), maar het was in ieder geval een mooi uitzicht! 🙂


Eilandhoppen
Mijn laatste stop in de Filipijnen was het eiland Siquijor, dat vol zit met watervallen. Ik besteedde mijn overige tijd daar aan een dagtrip naar het piepkleine, veelbelovende eilandje Apo-Island. Het was inderdaad de moeite waard, want tijdens het snorkelen kon ik de schildpadden bijna aanraken. 🙂

Voor de fun moest ik vanaf Siquijor naar het eiland Dumaguete; vanuit daar vloog ik terug naar Manilla, om vervolgens door te reizen naar Bali. Ik besloot dat ik dat populaire Indonesische eiland ook nog even mee wilde pakken, voordat de reis naar down under zou beginnen. Maar zoals gebruikelijk tijdens reizen, bleef het niet alleen bij Bali…

 

No Comments Yet.

What do you think?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *