?>

Hermidale: work hard play hard

by woensdag, september 26, 2018

Hello vanuit Hermidale! Waar? Ja daar, 10 uur west van Sydney in, letterlijk, de middle of nowhere. We hebben het hier over een dorp met misschien 25 inwoners, een sportschool, een basisschool met twee klaslokalen, een postkantoor én… mijn werkgever. Een kleine country pub omringd door kangoeroes tijdens zonsondergang, en waar de klandizie bestaat uit mijnwerkers, boeren, cowboys en vrachtwagenchauffeurs.

Vijf weken reisde ik langs de East Coast van Australië. Ik landde vanuit Bali in het noordelijke Cairns, en vond langzaam mijn weg naar beneden met tussenstops op Magnetic Island, the Whitsundays en Fraser Island. Ik zag mijn eerste walibi, mijn eerste slang, mijn eerste dingo, mijn eerste walvis, zeeschildpadden, waarschuwingsborden voor emoes, krokodillen en gigantische kwallen, het puurste zand ter wereld, een aantal geweldige nationale parken en regenwouden. En het zien van Nemo op het Great Barrier Reef was een grote droom aan de top van de bucketlist, die ik nu ook heb mogen waarmaken. Wel dikke pech dat ik geen rifhaai mocht tegenkomen, terwijl 90% van de duikers op het Great Barrier Reef die wél mag zien. 🙁


Eat sleep rave work repeat
In Noosa bleef ik plakken, omdat ik toch écht van mezelf op zoek moest naar werk. In het zuiden was het tenslotte nog winter en Noosa was een favorietje langs de kust. Dus met gezonde tegenzin ging ik dag na dag achter mijn laptop zitten en op het moment dat ik de handdoek in de ring wilde gooien ging het opeens heel snel. Ik hing met twee werkgevers op één middag aan de lijn, en opeens had ik ‘ja’ gezegd tegen twee baantjes… Oeps. Ik maakte een keuze, begon mijn reis te plannen en startte mijn cursus RSA, het diploma waarmee ik legaal alcohol mag schenken in Australië.

Mijn huidige manager had me overgehaald met ‘’great opportunity to save’’ en ‘’ultimate Aussie outback experience’’. Nou, daar had ze zeker gelijk in! Niks, maar ook echt niks, is hier te zien. De uitgedroogde woestijn van New South Wales, met de dichtstbijzijnde supermarkt op een halfuur rijden. Wat we dus doen? Werken en drinken. Eat sleap rave work repeat, zeg maar.

Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik bij aankomst niet even dacht: ‘’oh my god, waar ben ik aan begonnen?’’. Ik was helemaal naar Sydney gevlogen en had vervolgens tien uur in een trein gezeten, naast een veel te opgemaakte, zweverige vrouw die niet stopte met praten om 7 uur ’s morgens, en nu kwam ik hier… in dit, niet al te moderne, pubje. De bus reed weg en ik stond een aantal seconden met een brainfreeze naar de deur te staren, tot hij opengezwaaid werd door een vrolijk, Nederlands meisje, dat mijn collega zou worden. Ze wees me naar mijn kamer, die letterlijk ín de pub zit. Ruimte zat, maar wel oud. Mijn kamergenoot-collega Roos (leuk hè) en ik hebben in mijn eerste week maar even een pauze opgeofferd om een fles bleek leeg te spuiten in de badkamer en flink wat stofdoeken vuil te maken.  En als ík zeg dat dat nodig was, was het ook echt nodig.


To do
‘’Zeg, ben je beetje een partygirl?’’, werd er op mijn eerste avond aan me gevraagd. Blijkbaar was dat een vereiste. Dus tegen de zenuwen namen we maar een blikje van de mixer Canadian Club en leerde ik een aantal van de jongens kennen die hier dagelijks komen.

Dat was het begin van een tot nu toe geweldige ervaring. Er hangt een hele fijne, laid-back sfeer en de Aussies zijn de vriendelijkste, geduldigste, beleefdste klanten die je je maar kan voorstellen. En met de meiden onderling hebben we het heel gezellig. De dagen zijn lang, maar het werk is erg afwisselend. We runnen bijna de hele zaak met zijn vieren; van groenten snijden en koken tot aan de biertank aansluiten en tappen. Van bacon en ei bij het ontbijt tot aan pizzabakken om middernacht. Van frituren tot aan de olie verversen. Van de telefoon aannemen tot aan het uitbetalen van de gokmachine. We doen de was, maken schoon, vullen alles bij en nemen de leveringen aan. En als we dan een gaatje hebben, nemen we zelf een borrel. ’s Avonds hangen we met de mannen bij het kampvuur, spelen we een spelletje pool of luisteren we naar de Juke Box met al onze guilty pleasures.

Baissies
Dankzij de vriendelijke locals kunnen we op onze vrije middag af en toe wat geks doen. Een biertje geven aan een kameel, kangoeroe schieten, varkens jagen, geiten vangen, koeien voeren of de auto pakken richting het dorp 25 km verderop. Dan waren er nog nachtelijke avonturen die resulteerden in het beklimmen van een toren om naar de sterren en de Melkweg te kijken (nergens vind je zo’n sterrenhemel als in de outback van Australië!) of in een ritje naar een afterparty om onderweg een kangoeroe te scheppen… Getraumatiseerd voor het leven! Ik gillen, maar mijn Australische bestuurder keek niet op of om en lachte me alleen maar uit. Ondanks dat ik nog geen kangoeroe had gezien voordat ik naar Hermidale kwam, is er wel degelijk een overschot en steken ze dagelijks de weg over om vervolgens aangereden te worden. De four-wheel drives hier zijn uitgerust met een ‘’roo bar’’, een balk aan de voorkant van de auto, die voorkomt dat je auto naar de maan is als je een kangaroo raakt. Omdat de locals niet konden geloven dat ik nog geen kangoeroe had gezien (‘’You have not seen a bloody kangooroo yet?! How long have you been in ‘Straya?!’’) ben ik op hun advies maar even gaan wandelen tijdens zonsondergang, en ja ze hadden wel echt gelijk, het stikt van die beesten in de omgeving. 🙂

Over dieren gesproken. Een dikke, harige bezoeker in de keuken! Het was nog geen Huntsman ter grootte van een hand (google even), maar wel mijn eerste, echte, grote Australische spin. Wie die heeft weggewerkt voor ons hysterische backpackers? De Australische cheffin, die niet bepaald onder de indruk was. Waarschijnlijk zullen we nog wel meer gezellige Autralische baissies tegen gaan komen, want de lente is aangebroken en het begint al aardig op te warmen. New South Wales heeft al een jaar geen regen gehad en de lucht is kurkdroog. Goed weertje dus voor de gemiddelde slang of spin.

Summer is coming
Om de Australische hitte enigszins te vermijden denk ik er aan om na mijn tijd in Hermidale naar Melbourne te vliegen en vervolgens omhoog te reizen, langs het deel van de oostkust dat ik nog niet heb gezien. Ik zit alweer in mijn achtste week hier; de tijd gaat ongelofelijk snel! Na 23 oktober ben ik weer officieel een homeless backpacker. En volgende week krijgen mijn Nederlandse collega Roos en ik, voor het eerst in acht weken, een dag + nacht vrij. We kunnen een hotelletje boeken in de dichtstbijzijnde grote stad (Dubbo, 2,5 uur rijden) en fatsoenlijk chillen, shoppen, uiteten, whatever.

Goede dingen in het vooruitzicht dus! See ya mates!

No Comments Yet.

What do you think?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *